Waarderend onderzoek naar innovatie in journalistiek
Heel veel organisaties denken volwassen te communiceren. Ze
zeggen dat te doen in dialoog met hun doelgroep en gericht op vertrouwen. Omdat
klanten en medewerkers kennis bezitten die voor de formulering en de uitvoering
van de strategie nodig of behulpzaam is.
In de praktijk wordt dit voornemen niet altijd waargemaakt.
Soms worden belangrijke feiten
achtergehouden, of wordt dat zo ervaren. Soms krijgt de redactie van
een personeelsblad vlak voor de deadline te horen dat bepaalde onderwerpen wel
of juist niet behandeld moeten worden. En sommige relatiemagazines staan vol
met informatie die weliswaar inhoudelijk klopt en die heel belangrijk is voor
de afzender, maar totaal niet interessant voor de lezer.
Een nieuwe stroming in het vak wil daar verandering in
brengen: generatieve (bedrijfs)journalistiek. Deze term is
gebaseerd op het werkwoord genereren, tot ontwikkeling brengen. Wat grondlegger
Peter Pula van het in Canada gevestigde Axiom News beoogt is dat interne en
externe communicatie een karakter krijgt dat meer vernieuwend is, energie
geeft en aanzet tot actie, waarbij need2know en nice2know met elkaar worden
verweven. Naar verluidt wordt zowel het werken bij als het leiden van een
organisatie daar leuker en succesvoller van.
Stakeholders willen win-Winformatie
Dit sluit aan bij mijn passie om lezers respectvol te
informeren op basis van 5 b’s: belangrijk, bruikbaar, betrouwbaar, boeiend en
begrijpelijk. Alleen dan komt hun motivatie tot bloei. Dat geldt zowel
voor medewerkers, van wie wordt verwacht dat ze zich inzetten, als klanten
(voor herhalingsaankopen en aanbevelingen) en andere stakeholders. Door alle
belangen met elkaar in balans te brengen ontstaat win-Winformatie.
In dit stuk wil ik in kaart brengen of generatieve
journalistiek werkelijk een bijdrage hieraan kan leveren en wat daarbij de
succesfactoren zijn. In tegenstelling tot de gebruikelijke opbouw in dit blog
(Feiten, Analyse, Conclusies, Toekomst, Samenvatting) hanteer ik een opbouw die
gebruikt wordt in de methode Aprreciative Inquiry (AI), waaruit generatieve
journalistiek voortkomt. Een indeling in zes AI-fasen (zoals beschreven in een artikel van Lydia Zwiers-Kentie)
gebruik ik bij wijze van experiment: Verwoorden, Verdiepen, Verbeelden,
Verbinden, Vormgeven en Verwezenlijken). Daarna komt de gebruikelijke
Samenvatting.
Verwoorden
In deze fase van het AI-proces gaat het om definitie, probleemstelling en afbakening
van het beleidsterrein:
- de definitie van generatieve journalistiek (GJ) die ik hanteer is: berichtgeving waarin niet macht of autoriteit centraal staat, maar inzet en kwaliteit op de werkvloer als voorwaarde voor het gezamenlijk succes. Naast of in plaats van een interview met iemand uit de top (directeur, wethouder, consultant), komen medewerkers (of burgers) aan het woord die de kans krijgen de machthebbers en elkaar te laten zien hoe zij hun professionaliteit en betrokkenheid beleven. Zo maakten medewerkers van de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen een magazine op advies het Belgische bureau Axiom Nieuws
- de probleemstelling van een onderzoek is te vergelijken met het begrip invalshoek in de journalistiek. Voor dit stuk is de invalshoek: welke bijdrage kan GJ leveren aan het functioneren van de (bedrijfs)journalistiek? Wordt werk (in loondienst of ondernemerschap) daar leuker en resultaatrijker van?
- het beleidsterrein van dit artikel is tweevoudig: publieksjournalistiek (radio, tv, dagbladen, internet) en bedrijfsjournalistiek. Dit laatste vakgebied betreft het periodiek informeren van een of meer groepen stakeholders van een organisatie. Meer daarover in mijn antwoord op de vraag Wat is bedrijfsjournalistiek?
Volgens een artikel op de webiste van Axiom News zijn de vier basisprincipes van GJ:
- ga in gesprek met de werkvloer, de grassroots van de organisatie en laat ze hun verhaal vertellen
- stel prikkelende vragen, dat zijn vragen die voortkomen uit oprechte aandacht en die veilig genoeg zijn voor een eerlijk antwoord en ver genoeg buiten de comfortzone om tot nieuwe antwoorden te leiden
- schrijf korte bijdragen, die zijn snel te produceren en te lezen (zie af van volledigheid)
- publiceer meerdere malen per week.
GJ heeft een connectie met storytelling, het grote toverwoord
voor professionele communicatie, vandaag de dag. Is dat strijdig met
journalistiek? Voor traditionele journalisten zijn artikel en verhaal
synoniemen, blijkbaar is de betekenis verwant. Raymond Godding beschrijft het communicatieve effect
van generatieve verhalen en Jesse van der Wulp gaat in op het belang
van journalistiek voor goede contentmarketing. Voor consultant Annemieke
Mintjes brengt GJ
waardevolle kennis die helpt bij het maken van keuzes en het bepalen van richting, met en vanuit
stakeholders. Verdere toelichting op GJ is te vinden bij Axiom News, in een
artikel
over het belang van verbindingen.
Versterken wat goed gaat
AI (ofwel waarderend onderzoek) is erop gericht te versterken wat goed gaat in de organisatie. Dat kan gebeuren volgens de zes fasen van dit artikel, maar ook een indeling in vier fasen (zie schema hiernaast, bron: CoreConnect) is gangbaar. De gebruikelijke manier van organisatieverandering is het opsporen van fouten en deze corrigeren, zoals consultant Coert Visser beschrijft in een artikel op Managementsite. Dan lijkt het alsof de organisatie een machine is met een defect in een technisch, lineair proces. In werkelijkheid is een organisatie een complex geheel van simultane processen die worden gevoed door kennis, houding en gedrag van individuen met uiteenlopende achtergronden, overtuigingen, aspiraties en emoties. AI gaat ervan uit dat hun loyaliteit een onuitputtelijke bron is van energie, waardoor het aanwijzen en analyseren van fouten veel minder effectief is dan het waarderen van wat goed gaat. Bijvoorbeeld door hiervan te leren en dit inzicht te verspreiden in de organisatie.
AI ontstond toen bedenker David Cooperrider ontdekte dat
positieve beelden betere oplossingen gaven dan negatieve. In 2004 maakte Kofi
Anan als secretaris-generaal bij de VN gebruik van AI voor het vormgeven van
een conferentie
over burgerschap. Mij is niet bekend of dit vaker is gebeurd.
Open Journalism is een benadering waarvan het Britse dagblad The Guardian een exponent is. Deze webpagina van het dagblad bevat berichtgeving en opinies in dat kader, waarbij het onder meer gaat om maatschappelijke openheid in weerwil van grote belangen en een sterke sensitiviteit voor wat er leeft onder lezers en andere stakeholders. Ook dialoog en transparantie zijn belangrijke begrippen. Een artikel in De Nieuwe Reporter legt uit dat samenwerking tussen journalisten en inhoudelijk deskundigen cruciaal is om online gratis hoogwaardige informatie te kunnen aanbieden.
Positive Psychology is een stroming in de psychologie die uitgaat van kijken naar kracht en kansen, niet (primair) naar zwaktes en gevaren. Dit artikel op Wikipedia geeft toelichting.
Bottom-up en top-down
Ik denk overigens niet dat alle nieuws vanuit de grassroots komt. De waarde van
communicatie bottom-up wordt zeker onderschat. Ook bij bedrijven is het goed om
de doelgroep te informeren over een gezellig personeelsfeest, een
eerbiedwaardig jubileum en de toewijding waarmee de werkvloer dagelijks
instructies uitvoert. Maar er zijn niet veel lezers die verstoken willen
blijven van nieuws over belangrijke beleidsmaatregelen, marktontwikkelingen en
nieuwe strategische formules. Het kan juist heel interessant zijn om de
abstracte grootschaligheid van de top te combineren met de concrete beleving in
de praktijk bij hetzelfde onderwerp. Dat kan voor de hele organisatie zeer
lezenswaardig en motiverend zijn.
Voor wie van mening mocht zijn dat een positieve houding
tegenover de mensheid niet feitelijk van aard is en daarom niet bruikbaar, dit
verhaal over een Amerikaanse
lerares die haar klas toekomst gaf.
Verdiepen
In deze fase van het AI-proces gaat het om observatie met
aandacht om op basis van gedeelde waarden en ambities met als doel te
versterken wat goed gaat.
Journalisten voor publieksmedia hebben de neiging
spraakmakend te zijn door het uitvergroten van negatieve aspecten van een
situatie en negatieve gebeurtenissen uit het verleden. Daarmee geven ze duiding
aan het heden en hun verwachting aan toekomst. Journalisten zijn cynisch over
de invloed van belangen en machtsverhoudingen op maatschappelijke
ontwikkelingen. Daarnaast steken journalisten veel energie in het behoud van de
relatie met bronnen waarop ze in de toekomst een beroep willen doen. Hierdoor
kan de berichtgeving meer worden gekleurd dan lezers, kijkers en luisteraars
soms kunnen vermoeden.
Machtsverhoudingen
Bedrijfscommunicatie gaat vaak over besluiten die achter een
bureau worden bedacht, aan een overlegtafel genomen, en vervolgens maar de
werkvloer overgebracht. Daar weten ze om te gaan met een boodschap die
tegenstrijdig of onuitvoerbaar is, maar als de lasten en lusten van een
maatregel onevenwichtig worden verdeeld is er wel een probleem. Op zo’n moment
spreekt de top van ‘weerstand’ die moet worden bestreden door de communicatie
te intensiveren en de laten zien dat de plannen goed bedoeld en nodig zijn. De
kans bestaat altijd dat de machtsverhoudingen uiteindelijk bepalend zijn en het
plan wordt doorgedrukt.
Zijn de fenomenen in de twee bovenstaande alinea’s een
probleem? Ik denk wel dat er veel nadelen aan zitten, maar of een oplossing
dichterbij komt door de oorzaken te analyseren en te verhelpen is de vraag. Bij
een dergelijke aanpak ontstaan vaak tegenstellingen, bijvoorbeeld tussen
degenen die het probleem zogenaamd veroorzaken en degenen die ervan te lijden
hebben. De veroorzakers worden misschien naar een opleiding gestuurd om hun
gedrag te veranderen en de anderen kunnen afwachten tot het zover is. Dat gaat
meestal niet werken, alleen al omdat er geen gezamenlijk beeld is van de
situatie. Daarnaast ontbreken vaak een gedeelde verantwoordelijkheid en een
gemeenschappelijke ambitie.
Vanzelfsprekendheid en verwondering
Zelf worstel ik nog met de term axioma. Ik associeer dit met
vanzelfsprekendheid, terwijl het eigen is aan de journalist zich zo lang
mogelijk te verwonderen. De term axioma past voor mij net zo min bij de
journalistiek als canard. En net zo min als dogma bij een vrijzinnige kerk,
verstopte afvoer bij een loodgieter en griep bij een huisartsenpraktijk. Maar
mijn mentor, communicatiestrateeg Sijmen van Wijk, ziet axioma juist als een
heel sympathieke term: “Voor mij betekent axioma dat je uitgaat van een
waarheid, wetende dat deze onbewezen is. Omdat de waarheid nooit helemaal
kenbaar is, vind ik het heel integer om dat openlijk te accepteren. Een axioma
zegt dat twee evenwijdige lijnen elkaar snijden in het oneindige. Onze ogen
zeggen dat twee spoorstaven elkaar snijden aan de horizon, terwijl we weten dat
dit niet waar is.”
Vanuit waarderend omgaan met de term axioma zie ik een
klankovereenkomst met actie (daadkracht) en AI. Daarnaast zou de noodzaak van
dialoog op de werkvloer voor managers best wat meer vanzelfsprekend
(axiomatisch) kunnen zijn.
Verbeelden
De journalistiek is hard op zoek naar nieuwe verdienmodellen
en ook naar nieuwe contentmodellen. Bij de verdienmodellen gaat het om
productformules die toegevoegde waarde bieden voor de klanten (kopers van losse
afleveringen, abonnees, bezoekers van de website en adverteerders). Bij
contentmodellen gaat het om het proces dat leidt naar de samenstelling van
hoogwaardige content waar de lezer geld voor overheeft. En daarnaast ook tijd,
zodat ook adverteerders geïnteresseerd zijn. Als de huidige spelers in sector
willen overleven zullen ze rendement moeten realiseren mede op basis van
innovatie.
Hoe ziet de publieksjournalistiek er idealiter uit over een
jaar of tien? Ik denk dat hierbij sprake kan zijn van de volgende kenmerken die
zowel de kwaliteit als de economische positie van de sector kunnen verbeteren:
- bij ieder bericht van meer dan een paar honderd worden komen altijd twee of meer stakeholders aan het woordjournalisten ervaren kritiek als een kans om te leren en niet meer als een aantasting van de persvrijheid
- transparantie over de eigen werkwijze door middel van statistieken met aantallen: anonieme bronnen, hoe vaak een onderwerp een proefballon was (misbruik van de pers), het aantal (on)terechte klachten en natuurlijk ook het aantal feitelijke fouten dat zonder klacht aan het licht kwam
- lezers die via de media informatie krijgen van een nieuwsfeit waar ze bij aanwezig waren of over een onderwerp waarin ze deskundig zijn, voelen minder verbazing of woede en meer herkenning
- in de journalistiek functioneert een toezichthouder die (net als een accountant) beëdigd en namens de samenleving vertrouwelijk audits maakt van de gehanteerde werkwijze bij alle professioneel opererende media en jaarlijks een openbaar oordeel geeft over de zorgvuldigheid
- journalisten vragen zich consequent af ‘als mijn lezer een besluit neemt op basis van de door mij verstrekte informatie (bijvoorbeeld wat ze gaan stemmen bij de verkiezingen), komen ze dan van een koude kermis thuis?’
- journalisten worden aangesproken op het zoeken van nieuwe invalshoeken, zodat ze niet meer allemaal achter de zelfde hype aanrennen
- media werken projectmatig: ieder onderwerp waarover de afgelopen X-tijd is bericht wordt dagelijks bijgewerkt, zodat wie daarvoor wil betalen altijd zicht heeft op de actuele situatie. Bijvoorbeeld: hoe staat het met ‘vergeten oorlogen’, en wanneer staat een bepaald wetsvoorstel op de agenda van de Kamer?
- journalisten anticiperen op gebeurtenissen, dat wil zeggen dat ze gemotiveerd (dus zonder speculeren) berichten over de meest waarschijnlijke scenario’s en wat er voor nodig is om de waarschijnlijkheid ervan te vergroten of te verkleinen. Vooral de voorspellingen van machthebbers over de beoogde resultaten van hun beleid mogen worden vergeleken met de werkelijke resultaten
- en journalisten zijn in staat het belang van machthebbers te relativeren. Als ik wil weten of de Iran plannen heeft voor kernwapens kan ik afgaan op toespraken van presidenten of ministers over de hele wereld, maar misschien zegt dit filmpje van NOS-correspondent Sander van Hoorn wel meer.
Als de bedrijfsjournalistiek volwassen is geworden, is de
situatie deels vergelijkbaar:
- bij ieder bericht van meer dan een paar honderd woorden komen twee of meer stakeholders aan het woord
- openheid wordt door opdrachtgevers en bedrijfsjournalisten gezien als een kans om te leren en niet meer als een aantasting van de hiërarchie
- transparantie over de eigen werkwijze door middel van statistieken met aantallen: anonieme bronnen, hoe vaak een onderwerp een proefballon was (misbruik van de pers), het aantal (on)terechte klachten en natuurlijk ook het aantal feitelijke fouten dat zonder klacht aan het licht kwam
- lezers die via de media informatie krijgen van een nieuwsfeit waar ze bij aanwezig waren of over een onderwerp waarin ze deskundig zijn, voelen minder verbazing of woede en meer herkenning
- in de journalistiek functioneert een toezichthouder die (net als een accountant) beëdigd en namens de samenleving vertrouwelijk audits maakt van de gehanteerde werkwijze bij alle professioneel opererende media en jaarlijks een openbaar oordeel geeft over de zorgvuldigheid
- journalisten vragen zich consequent af ‘als mijn lezer een mening vormt op basis van de door mij verstrekte informatie (bijvoorbeeld op wie ze stemmen bij de OR-verkiezingen of steun uitspreken voor een bepaalde beleidsmaatregel), kunnen ze daar dan van op aan en behouden ze hun motivatie?’
- opdrachtgevers geven bedrijfsjournalisten de ruimte om hun expertise te leveren en luisteren naar hun adviezen.
Volgens deze video (uitzending VPRO Tegenlicht) drijft hetBraziliaanse bedrijf Semco op vertrouwen, openheid en liefde. Een mooi perspectief.
VPRO Tegenlicht over De kapitale kracht van geluk, met de Braziliaanse ondernemer Ricardo Semler. |
Peter Pula vertelde tijdens een workshop in Amsterdam op 18
februari dat bij een organisatie die in de externe communicatie generatief ging
werken, aanvankelijk veel interne weerstand bestond. Een kleine groep van
professionals die wel meedeed kreeg direct een enorme respons uit de markt, wat
voor anderen reden was dit initiatief een kans te geven. De verklaring van
Pula: “Door de uitwisseling van grassrootsverhalen op gang te brengen wordt de
ontwikkeling kennis en loyaliteit van stakeholders veel sterker. Dat verbetert
de motivatie en de onplooiingskansen van medewerkers en de organisatie
profiteert daarvan bij het nemen van besluiten, zowel op operationeel als
tactisch en strategisch niveau.”
Verbinden
Wat zou generatieve journalistiek kunnen bijdragen aan het
realiseren van de in de vorige paragraaf genoemde twee visies? Aangezien GJ is
gebaseerd op AI kunnen we eerst kijken wat AI met journalistiek gemeen heeft.
Dat is de I van AI die staat voor inquiry, onderzoek. Dit gebeurt
bijvoorbeeld bij toepassing van het principe van hoor en wederhoor. Een
onderzoekende houding blijkt ook bij het uitgangspunt dat een uitlating van een
bron niet wordt gepubliceerd voordat deze is bevestigd door een andere bron. De
A in AI staat voor appreciative: waarderend, uitgaan van positieve
intenties en kwaliteiten bij alle betrokkenen. Daar doet zich een tegenstelling
voor met de journalistiek die graag uitgaat van negatieve intenties
(eigenbelang) en onvermogens.
Maar dat is heel generaliserend. Het is binnen AI
gebruikelijk om specifiek te kijken welke stakeholders er bij een vraagstuk
zijn en wat hun houding is om vervolgens hun behoeftes te verbinden tot een
win-winsituatie. Dat wil ik in deze paragraaf doen.
Lezers en adverteerders
Voor de publieksjournalistiek kies ik het perspectief van de
stakeholdergroepen lezers en adverteerders, aangezien zij voor de economische
positie van de sector momenteel cruciaal zijn. Over de consequenties voor
andere stakeholders (redactie, bronnen, drukkerij, samenleving e.a.) gaat de
auteurs dezes graag met u in gesprek.
De lezers (kijkers, luisteraars) van een publieksmedium
hebben onder meer de volgende behoeftes:
- informatie over nieuwe ontwikkelingen die voor hen van belang zijn
- aanbod van deze informatie op een boeiende manier. Niet alleen woorden, ook beelden en andere sensaties: verhalen, metaforen, emoties. Een overzicht van alle factoren die impact en herinnering stimuleren is de Smashin’ Scope van de Britse geheugendeskundige Tony Buzan
- identificatie, zowel met personen in het nieuws (‘wat zou ik doen als ik in de schoenen stond van ...?’) als met degenen met wie het nieuws wordt besproken (delen van woede, bezorgdheid, plezier etc)
Adverteerders hebben de volgende behoeftes:
- interesse bij lezers zodat de fascinatie waarmee ze kennisnemen van het nieuws blijft bestaan bij het bekijken van advertenties
- duidelijkheid over de kenmerken van lezers zodat beslissingen over de plaatsing van advertenties heel gericht en met kans op succes worden genomen
- synergie met de redactionele planning bijvoorbeeld bij themanummers (het gaat hier puur om de planning, de inhoud van de berichtgeving blijft onafhankelijk, anders zou de informatiewaarde voor de lezer verloren gaan)
- meetbaarheid van resultaten.
Stijgende fascinatie
Als het klopt dat GJ leidt tot het intensiveren van het
contact met lezers, zal er steeds meer wederzijds begrip komen. Lezers
begrijpen beter hoe het nieuws tot stand komt (bijvoorbeeld waarom een krant
niet zo actueel kan zijn als de radio) en de media krijgen door waarover de
lezer meer wil weten en hoe ze die informatie kunnen presenteren. De fascinatie
van lezers zal hierdoor toenemen, zodat ook adverteerders meer tevreden zijn.
Dat is een heel positief scenario. Natuurlijk kan het ook
anders lopen: de dialoog met lezers kost zoveel tijd dat medewerkers het gevoel
krijgen dat ze tijd verspillen zonder dat het wat oplevert. In de top wordt dan
gesproken van inefficiency en dan is verlies van arbeidsplaatsen een
veelvoorkomend adagium.
Cynisme heroverwegen
En er zijn nog meer scenario’s denkbaar. De praktijk zal
moeten uitwijzen hoe het werkelijk gaat en wat de succesfactoren zijn. In elk
geval lijkt het positieve scenario niet alleen logisch, het komt ook voor in de
praktijk. Een belangrijke succesfactor is in elk geval dat journalisten zelf
voordelen zien van deze werkwijze zodat zij hun neiging tot cynisme kunnen
heroverwegen, al is het maar tijdelijk.
Journalisten zijn doorgaans goed in
staat hun lerend vermogen te verstoppen achter redeneringen rond
machtsverhoudingen en de behoefte aan een goede relatie met bronnen. Toch zijn
journalisten, net als alle andere professionals, lerend ingesteld omdat zij
grote bevrediging ondervinden door te ontdekken hoe ze hun werk beter kunnen
doen. Gebruikmaken van deze houding is wat mij betreft dan ook cruciaal.
Lezer en opdrachtgever
Stakeholders in de bedrijfsjournalistiek zijn onder meer:
lezers, opdrachtgever, redactie, ondernemingsraad, thuisfront, leveranciers,
omwonenden en overheden. Ik
inventariseer hier de behoeftes van lezers en opdrachtgever en ga graag
met u in gesprek over het kweken van synergie met andere partijen.
De belangrijkste behoeftes van lezers van een personeelsblad
zijn aldus:
- de lezer ervaart binding met de organisatie vanuit zingeving en bestaanszekerheid, die wordt uitgedrukt in loyaliteit: een gemotiveerde houding in het werk en terzijde daarvan (bijvoorbeeld buiten werktijd contact leggen met een klant). In ruil daarvoor vragen zij informatie die voor het handhaven van hun loyaliteit relevant is
- aanbod van de informatie op een professionele manier zodat lezers weten dat de organisatie echt geïnteresseerd is in hun aandacht voor een communicatieve boodschap. Dit betekent evenwicht tussen voorspelbaar en verrassend. Enerzijds wil de lezer zekerheid, geen gerommel met lettertype, schrijfstijl en de verdeling van onderwerpen over het blad.Maar binnen die marge is verrassing nodig om de lezer te boeien: een opmerkelijke foto, een gewaagd onderwerp en een kop die nieuwsgierig maakt.
- het uitdrukken van de organisatiecultuur op een wijze die herkenning oproept ‘ja, zo gaan wij hier met elkaar om’.
Wat de opdrachtgever wil is:
- communicatie die motiverend werkt zodat lezers tijdens het werk en daarbuiten weten wat hen te doen staat om de belangen van de organisatie te dienen en zich daar ook naar gedragen
- daarnaast wil de opdrachtgever dat lezers begrip hebben voor het gevoerde beleid. Ze hoeven niet staan te juichen als een bepaalde vestiging wordt ingekrompen, maar het is wel de bedoeling dat ze dit besluit als gerechtvaardigd beschouwen. Informatie via het personeelsblad kan hierbij een belangrijke rol vervullen
- en natuurlijk wil de opdrachtgever ook zicht op de waarde van de bestedingen voor het personeelsblad: return on investment in de vorm van hogere productiviteit en daling van ziekteverzuim.
De doorsnee opdrachtgever beantwoordt de vraag ‘wilt u
kritiek in het blad?’ met een bezorgd
NEE. En op de vraag ‘wilt u dat het blad geloofwaardig is?’ komt een volmondig
JA. Ik denk dat GJ behulpzaam kan zijn bij het aangaan van een dialoog over het
spanningsveld tussen deze twee antwoorden. GJ is door de positieve benadering voor
niemand bedreigend, dus ook niet voor de hiërarchie, tegelijk is het een manier
om te zorgen dat de werkvloer zich eindelijk gehoord voelt. Dat betekent dat de
organisatie kan ontdekken wat de waarde is van dialoog, openheid, samenwerking
en kennisdeling.
De behoeftes rond magazines voor relaties, leden en
donateurs kunnen op een soortgelijke manier in kaart worden gebracht.
Waardering voor loyaliteit
GJ kan bijdragen aan een beter functionerend personeelsblad door te zorgen dat informatie niet
alleen inhoudelijk juist is, maar ook inspeelt op de emoties die leven in de
organisatiecultuur en in de behoefte van iedere medewerker die waardering zoekt
voor zijn of haar loyaliteit.
Uiteraard zijn ook hier negatieve scenario’s denkbaar en is
het ook hier de praktijk die uitwijst welke kant het op gaat en hoe de kans op
succes kan worden vergroot.
Vormgeven
In de fase vormgeven gaat het om concrete acties en
het definiëren van tussentijdse resultaten.
De onder Verbeelden genoemde innovaties acht ik gewenst voor
het bieden van toegevoegde waarde en dus voor een winstgevend mediabedrijf.
Naast deze inhoudelijke verbeteringen denk ik dat er ook nog heel veel
innovaties nodig en mogelijk zijn om de binding met de klant te versterken door
de berichtgeving tot een beleving te maken, zonder dat de kwaliteit ervan wordt
aangetast.
Concurrentie drijft media
Een nog niet genoemd probleem is dat de neiging van lezers
om ontevreden te zijn over een berichtgeving die de eigen overtuiging op losse
schroeven zet. Dit is des te ernstiger omdat mediabedrijven moeten concurreren
met andere bedrijven bij het vinden van omzet en financiering.
Het is daarom wat mij betreft ook denkbaar dat de waarde van
de pers als bron van informatie voor publieke besluitvorming tot uiting komt in
een collectieve financiering, zoals ook sportvoorzieningen in het algemeen
belang worden ondersteund vanuit de overheid. Uiteraard moet de financiering
volstrekt onafhankelijk zijn en diversiteit garanderen.
Waardering zonder mopperen?
Daarnaast zijn ook op miconiveau (in de grassroots) stappen vooruit te zetten. Het consequent en praktisch
hanteren van AI valt niet altijd mee. Dat vereist dat je altijd positief en
onbevangen blijft. In werklijkheid is het te begrijpen dat de ergernis jegens
een bepaalde collega wel eens hoog oploopt, evenals de weerstand om erover te
praten. Iedereen heeft wel eens behoefte
om ongenoegens van zich af te mopperen of om een knelpunt te signaleren. Het
getuigt van loyaliteit aan de organisatie om te kunnen zeggen ‘als we niet
inspelen op deze ontwikkeling verliezen we veel marktaandeel’. Het is dus erg
nodig om de toepassing van AI realistisch te houden en het benoemen van
negatieve zaken niet af te doen als een overtreding van de ongeschreven regels.
Daarnaast heb ik de indruk dat beoefenaren van GJ kennis en
vaardigheden missen die nodig zijn bij journalistieke werkzaamheden. Ik hoor
niemand over het hanteren van een journalistieke formule, het lijkt alsof alle
teksten die goed bedoeld zijn en geschreven met respect voor de geïnterviewde per
definitie lezenswaardig zijn. Mijn indruk is ook dat er geen besef bestaat van
genres, bijvoorbeeld het verschil tussen commentaar, column, rubriek en
cursiefje. Of de noodzaak van maatstaven voor het aangaan van dilemma’s rond
openheid. Wat doe je als een medewerker tijdens het interview de strategie van
de directie ter discussie stelt of claimt dat bepaalde beloftes niet zijn
nagekomen?
Feiten, meningen en belangen
Enerzijds zie ik bij beoefenaren van GJ kwaliteiten waarvan
het belang in de journalistiek wel eens wordt onderschat: leidinggeven, visie,
kennis van de organisatiecultuur en adviesvaardigheid. Tegelijk denk ik dat GJ
gebaat zou zijn bij de volgende kwaliteiten:
- manoeuvreerkunst als ego’s opspelen bij een tekst die volkomen juist is ‘maar het is toch demotiverend als het gezegd wordt’ (een mogelijk antwoord hierop is dat het juist demotiverend is om informatie te krijgen waarvan iedereen weet dat deze onwaar is)
- schrijfvaardigheid bij het aansluiten van communicatiedoelen (informeringsbehoefte) op de informatiebehoefte van de leze
- creativiteit bij het vinden van oplossingen hiervoor
- nieuwsgierigheid en volharding bij het opsporen van relevante feiten
- feiten scheiden van meningen en belangen
- eigenwijsheid, de meest onderschatte kwaliteit in de journalistiek: de illusie hebben dat je iets te melden hebt wat de moeite waard is om te verspreiden.
Waar het eigenlijk op neerkomt is het besef dat informatie
die wordt opgeschreven en gepubliceerd nog niet vanzelf wordt gevonden,
gelezen, overwogen, aanvaard, gedeeld, onthouden en toegepast. Ik heb sinds
eind september een aantal pogingen gedaan tot overleg met GJ-professionals,
maar het vermoeden dat hierin stappen vooruit gezet kunnen worden is blijven
bestaan.
Verwezenlijken
Deze fase van het AI-proces gaat over het maken van een
plan, de uitvoering ervan en het bereiken van resultaat.
Ik acht mijzelf op het gebied van AI niet deskundig genoeg
voor het maken van een plan. Ik denk wel dat het te maken plan. Een belangrijk
onderdeel van dit plan zal zijn het doen van onderzoek naar wat het beste werkt
door de uitwisseling van praktijkervaringen. Het in kaart brengen van verbeterkansen
(oplossingen voor problemen die zich in de praktijk voordoen) dient te gebeuren
met oog voor eigenheid van iedere organisatie. Best practices kunnen heel nuttig zijn, maar het blind overnemen
ervan is nooit effectief.
Samenvatting
Zowel publieksjournalisten als bedrijfsjournalisten kunnen
baat hebben bij de generatieve aanpak, het brengen van nieuws volgens de
uitgangspunten van Appreciative Inquiry. Dit schept een sfeer van veiligheid,
synergie, draagvlak en resultaat. Of dit effect werkelijk duurzaam optreedt
moet worden onderzocht. Tot de succesfactoren behoren basiskennis en
–vaardigheden op het gebied van journalistiek en het zorgvuldig in kaart
brengen van de behoeftes van alle stakeholders. Voor publieksjournalisten
vraagt de generatieve aanpak om een cultuurverandering, maar aangezien deze
sector eraan toe is om de bakens te verzetten is dat een mooie uitdaging.
Binnen de bedrijfsjournalistiek kan GJ helpen om het belang van openheid hard
te maken op een manier die de top aanspreekt.
Links
Uitgangspunten voor generatieve teksten staan in het document The Greatest Way to Co-Create Your Story.
Voorbeelden van journalistiek met grassrootsaanpak in het Nederlandse taalgebied zijn
Voorbeelden van journalistiek met grassrootsaanpak in het Nederlandse taalgebied zijn
- Dichtbij.nl in Nederland
- een nieuw initiatief van de Persgroep in België
- het Noord-Hollands Nieuwsnetwerk
- en Yournalism, onderzoeksjournalistiek op basis van crowdfunding.
Initiatieven op het gebied van generatieve journalistiek:
Dit is mijn tweede blog naar aanleiding van de workshop van Peter Pula op 18 februari, het eerste blog heet AI :-) een spiegel.
Wilt u een tweet maken over dit blog dan kunt u voor een mention en een verkorte link hier terecht.
- grondlegger Peter Pula is directeur van het in Canada gevestigde Axiom News
- in Vlaanderen kreeg hij navolging van Axiomnieuws
- Van Gemert Groep coördineert de oprichting van een Nederlands initiatief.
Dit is mijn tweede blog naar aanleiding van de workshop van Peter Pula op 18 februari, het eerste blog heet AI :-) een spiegel.
Wilt u een tweet maken over dit blog dan kunt u voor een mention en een verkorte link hier terecht.
Goed dat er journalistieke aandacht wordt besteed aan generatieve journalistiek. Tegelijkertijd 'schuurt' het artikel een beetje, omdat mijn gevoel mij zegt dat als je journalistiek wilt bedrijven aangaande generatieve journalistiek, dat je (á la Ghandi) er dan goed aan doet het artikel zelf ook zo generatief mogelijk te laten zijn. Hoe zou dit verhaal er dan uitzien?
BeantwoordenVerwijderenTerzijde: toen ik van plan was commentaar te geven op het artikel, zocht ik mij een kriek om erachter te komen hoe. Eerst ben ik dit blog gaan volgen. Maar nog zag ik geen veld om commentaar te leveren. Bij stom toeval viel mijn oog op een door de kleur oranje vrijwel onleesbare tekst "Geen opmerkingen". De serendipiteit indachtig heb ik daar toch maar op geklikt. En hoe bestaat het? Als je klikt op 'geen opmerkingen' dan kun je je opmerkingen kwijt. Waarvan hierboven akte. Dus beste auteur, als je je afvraagt waarom je soms weinig commentaar krijgt, dan ligt het misschien niet aan de kwaliteit van je tekst :-)
BeantwoordenVerwijderenDag Cees,
BeantwoordenVerwijderenDank voor je tweeledige commentaar. Ik zal er ook tweeledig op ingaan.
1-Ik ken het gedachtegoed van Gandhi goed, hij heeft inderdaad ervoor gepleit om de verandering die je in de wereld wilt zien voor te leven (het goede voorbeeld geven). Maar hij bepleit ook om de regels niet blind te volgen, dus altijd te kijken wat wordt gevraagd in de betreffende situatie, inclusief je eigen doelen/behoeftes.
Mijn doel was een onderbouwd beeld te geven van generatieve journalistiek: wat het betekent, waar het uit voortkomt en wat het perspectief is. Dat wilde ik zorgvuldig doen omdat de benadering van generatieve journalistiek anders te 'soft' overkomt, zowel in de richting van bedrijfsjournalistiek als in de richting van publieksjournalistiek.
Ik weet dat een lang stuk een hoge leesdrempel heeft, maar bij een serie korte stukken over hetzelfde onderwerp gebeurt hetzelfde. Een van de twee is nodig om onderbouwde conclusies te bereiken. Meerdere korte stukken zou bovendien nodig maken dat de informatie uit de vorige aflevering nog kort wordt weergegeven om daarop voort te bouwen, wat per saldo dus een grotere lengte zou opleveren.
Ik vermoed dat je doelt op het uitgangspunt van de generatieve werkwijze dat teksten beknopt zijn (wat ook hierboven wordt genoemd). Daarnaast zijn er ook andere kenmerken. Dankzij jou ken ik het document The greatest way to cocreate your story van AxiomNews: http://www.axiomnews.ca/sites/default/files/The%20Greatest%20Way%20to%20CoCreate%20Your%20Story%20Ebook%20June%202012.pdf. Ik denk dat de beknoptheid van mijn stuk inderdaad zwaar tekortschiet, waartegenover staat dat de inventarisatie van stakeholders en bijvoorbeeld een positieve benadering wel aandacht krijgen.
Ik zie op dit moment qua beknoptheid geen alternatief zonder de genoemde voordelen zwaar aan te tasten. Daarom heb ik voor deze aanpak gekozen. Omdat ik als professional graag wil blijven leren, kan het zijn dat ik over x-tijd ontdek dat er wel een alternatief was. Die leerervaring zal ik dan in volgende stukken meenemen.
2-Wat betreft de grafische omgeving ben ik aangewezen op wat Blogspot mij biedt. Ik kan dus niet bepalen hoe ruimhartig commentaarvelden worden weergegeven. Onder het stuk staat een kader met een andere achtergrondkleur, daardoor kwam een bepaalde tekstkleur ineens minder goed uit.Ik heb nu de kleur van links veranderd, misschien dat deze beter opvalt. Jij mag daar gerust je mening over geven, net als ieder ander. Nogmaals dank voor je reactie.
PS: ik zie dat de link naar het document The greatest way to cocreate your story niet klikbaar is, ik zal deze toevoegen bij de links onder het stuk, mijn commentaar kan ik niet editten.
BeantwoordenVerwijderen